Miljoenen jaren geleden hadden paarden en ezels dezelfde voorouders. Door de evolutie zijn het totaal verschillende diersoorten geworden. Door deze verschillen te weten en te herkennen is het van cruciaal belang om hier de zorg en het welzijn van de ezel hierop toe te passen. Er wordt vaak gedacht dat paarden en ezels hetzelfde zijn. Dit is niet het geval, zij verschillen zowel fysiek als in het gedrag.
Oren
De lange oren van de ezel zijn voorzien van veel aders. Deze hebben als functie het lichaam koel te kunnen houden.
Staart
De ongewone staart van de ezel lijkt op die van een koe. Het is bedekt met kort lichaamshaar en heeft een klein plukje op het einde van de staart.
Ergot (spoortje)
Een ezel heeft geen of nauwelijks ergots (spoortjes/eeltkussens) op zijn achterbenen. Een paard heeft dit wel.
Hoeven
Ezelhoeven staan iets meer rechtop (tussen de 5° en 10°) dan een paard. Ze zijn kleiner, harder, hebben een andere vorm en zijn elastischer. Ezelhoeven moeten iedere 6 tot 8 weken bekapt worden.
Wervelkolom
De ezel mist, net zoals een Arabier,
de vijfde lendenwervel in de wervelkolom.
Vacht
De vacht is meestal langer en grover
dan die van paarden, hoewel de textuur ervan kan variëren.
Omdat ezels minder vet produceren om hun vacht te beschermen, zijn zij vatbaarder voor wind, regen en sneeuw.
Daarom is een schuilstal van essentieel belang. Isolatie tegen hitte of kou
wordt grotendeels gecreëerd door luchtzakken tussen de
langere haren.
Manen en voorpluk
De manen van een ezel zijn kort en zij hebben geen voorpluk.
Spenen
Mannelijke ezels hebben meestal rudimentaire spenen aan de voorhuid, in tegenstelling tot paarden.